Ook onze Bommelerwaard werd tijdens de Tweede Wereldoorlog niet gespaard. Hoewel het geen grote stad was zoals Rotterdam of Arnhem, speelde deze regio een bijzondere rol in de oorlogsjaren van 1940 tot 1945. Door haar strategische ligging was de Bommelerwaard regelmatig toneel van militaire activiteit, onderdrukking en verzet. In dit artikel gaan we in op de gebeurtenissen in de Bommelerwaard tijdens de oorlog, met aandacht voor het dagelijks leven, het verzet, de Joodse gemeenschap en de bevrijding.
Een regio in de schaduw van de frontlinies.
De oorlog begon voor Nederland op 10 mei 1940 met de inval van de Duitsers. De Bommelerwaard lag toen in de schaduw van belangrijke strategische doelen zoals de Waalbrug bij Zaltbommel. Duitse troepen trokken al snel door de regio richting het westen. De Nederlandse verdediging kon de opmars niet tegenhouden, en binnen vijf dagen was Nederland bezet.
Hoewel de eerste oorlogsdagen in de Bommelerwaard relatief rustig verliepen, was de militaire aanwezigheid direct merkbaar. Bruggen en spoorwegen werden bewaakt, en het dagelijks leven kwam onder strenge controle te staan.
Bezetting en het dagelijks leven.
Maar na enige tijd veranderde het leven in de Bommelerwaard drastisch. De Duitsers voerden allerlei maatregelen in: voedsel werd op de bon gezet, er kwam censuur op de pers, en het openbare leven werd strak gereguleerd. Boeren werden verplicht om voedsel te leveren aan de Duitse bezetter, terwijl ze tegelijkertijd probeerden te zorgen voor hun eigen gemeenschap.
De regio kende, net als elders in Nederland, een gevoel van onzekerheid. Mensen moesten oppassen met wat ze zeiden of deden. Tegelijkertijd ontstonden er stille vormen van verzet. Zo weigerden sommigen samen te werken met de bezetter, boden onderdak aan onderduikers of hielpen geallieerde piloten ontsnappen.
Joodse inwoners en deportaties.
Hoewel de Bommelerwaard geen hele grote Joodse gemeenschap kende, waren er wel Joodse gezinnen woonachtig in de plaatsen Zaltbommel en Kerkdriel. Zij werden vanaf 1942 geconfronteerd met de anti-Joodse maatregelen van de nazi's. Winkels moesten sluiten, kinderen mochten niet meer naar gewone scholen, en uiteindelijk werden de meeste Joodse inwoners gedeporteerd naar Westerbork en van daaruit naar vernietigingskampen als Auschwitz en Sobibor.
Van de gedeporteerde Joodse inwoners uit de Bommelerwaard keerden de meesten helaas niet terug. Tegenwoordig herinneren struikelstenen in de straten van Zaltbommel en andere dorpen aan hun levens.
Verzet in de Bommelerwaard.
Het verzet in de Bommelerwaard kende verschillende vormen. Er waren individuen die onderduikers hielpen, valse papieren regelden of voedselbonnen stalen. Ook ontstonden er verzetsgroepen die zich bezig hielden met sabotage en inlichtingenwerk. In het gebied rondom Aalst, Brakel en Nederhemert werd actief samengewerkt met het landelijke verzet.
Een bekend voorbeeld was de verzetsgroep rond Ds. J.H. van Andel, predikant in de regio, die onderduikers hielp en betrokken was bij illegale publicaties. Zijn werk werd uiteindelijk verraden, wat leidde tot arrestaties door de Sicherheitsdienst. Na zijn arrestatie werd hij overgebracht naar Kamp Haaren, een locatie die de Duitsers gebruikten als gevangenis voor verzetsleden en politieke gevangenen. Daar werd hij onderworpen aan zware verhoren en leefde hij onder moeilijke omstandigheden. Na verloop van tijd werd hij overgebracht naar Kamp Vught en vervolgens gedeporteerd naar Duitsland, waar hij terechtkwam in Kamp Sachsenhausen en later in Kamp Rathenau. In deze kampen waren de leefomstandigheden bijzonder zwaar, met weinig voedsel, slechte hygiëne en zware dwangarbeid. Helaas overleefde ds. Van Andel de ontberingen van de concentratiekampen niet.
Ook jonge mannen die de Arbeitseinsatz (verplichte tewerkstelling in Duitsland) wilden ontlopen, doken onder op boerderijen in het buitengebied. De bevolking hielp hen vaak met gevaar voor eigen leven.
De Bommelerwaard in de frontlinie: 1944-1945.
Na D-Day in juni 1944 rukten de geallieerden snel op richting Nederland. In september vond Operatie Market Garden plaats, die tot doel had de bruggen bij Eindhoven, Nijmegen en Arnhem in handen te krijgen. Hoewel deze operatie volledig mislukte, leidde dit tot een verschuiving van het front.
Vanaf het najaar van 1944 lag de Bommelerwaard nu aan de rand van het front. Vooral de dorpen aan de zuidkant van de Waal, zoals Zaltbommel en Rossum, kregen te maken met beschietingen en evacuaties. Duitse troepen vestigden zich in het gebied en gebruikten het als verdedigingslinie tegen de oprukkende geallieerden. De bevolking leefde maandenlang in angst en onzekerheid.
In januari 1945 werd het dorp Nederhemert zwaar getroffen door artillerievuur. De kerk en vele huizen raakten beschadigd. In deze periode vonden ook wraakacties plaats door de Duitsers tegen vermoedelijke verzetsleden en hun helpers.
De bevrijding.
De bevrijding van de Bommelerwaard voltrok zich niet in één keer. Het duurde tot april 1945 voordat de meeste dorpen bevrijd waren. Canadese troepen trokken via de Betuwe en Geldermalsen richting Zaltbommel en de andere dorpen in de regio.
De bevrijding bracht vreugde, maar ook verdriet. De nasleep van de oorlog was voelbaar: huizen waren verwoest, levens ontwricht, en geliefden verloren. Tegelijkertijd begon de wederopbouw en kwam er erkenning voor de moed van de verzetsstrijders en de slachtoffers.
Herinnering en nagedachtenis.
Tot op de dag van vandaag wordt de oorlog herdacht in de Bommelerwaard. In vrijwel elk dorp staat een oorlogsmonument met de namen van gesneuvelde militairen en omgekomen burgers. In Zaltbommel, Kerkdriel en Brakel worden elk jaar op 4 mei herdenkingen georganiseerd.
Ook in het onderwijs is er aandacht voor de lokale oorlogsgeschiedenis. Scholieren bezoeken monumenten en luisteren naar verhalen van overlevenden of nabestaanden. Struikelstenen, monumenten en historische wandelroutes houden de herinnering levend.
De Bommelerwaard kende geen grootschalige veldslagen zoals elders in Nederland, maar de oorlog had diepe sporen nagelaten. De bezetting, het verzet, de deportatie van Joodse inwoners, en de maandenlange aanwezigheid aan de frontlinie maakten het tot een periode van angst, moed en verlies. Door de verhalen levend te houden en te herdenken wat is gebeurd, blijft de Bommelerwaard zich bewust van haar verleden en de lessen die daaruit voortvloeien.